Het spel
Hoe speel je Jeu de Boules – Pétanque
Deze spelregels zijn bedoeld voor recreanten.
Spelen kun je in principe op elk terrein en op elke ondergrond, je dient minimaal met 2 spelers te zijn, 4 of 6 is het leukst, 3 of 5 kan ook.
Er mogen maximaal 12 boules in het spel worden gebruikt, bij 4 personen (2 tegen 2) elk 3 boules. Bij zes personen (3 tegen 3) elk 2 boules. En bij 5 personen ( 3 tegen 2) is de verdeling 3×2 boules en 2×3 boules, elke groep heeft dan toch 6 boules ter beschikking en het maximum aantal is niet meer dan 12. Je kunt zelf nog meer combinaties verzinnen, bedenk wel, pétanque is een gezelschapsspel en het moet dus in de eerste plaats gezellig zijn.
Het spel begint dus met het verdelen van het aantal deelnemers in groepen, het bepalen wie tegen wie speelt en wie er mag beginnen. Eenieder moet maar zelf uitmaken hoe hij/zij dit doet. Elke deelnemer staat, tijdens het werpen, op dezelfde plaats als de persoon die het butje (houten balletje) heeft geworpen.
Het butje of de but wordt tussen de 6 en 10 meter weggeworpen en dient min. 0.5m van een obstakel te liggen. Vervolgens wordt ook de eerste boule geworpen en wel zo dicht mogelijk bij de but.
De boules moeten altijd onderhands worden geworpen.
Nu werpt de tegenstander een boule met het doel, dichter bij het butje te komen, lukt dit niet werpt hij/zij net zolang door tot dit wel gelukt is, ook de medespelers gaan door met werpen totdat er een boule dichter bij ligt. Is dit gelukt dan speelt de tegenstander weer totdat er een van hun boules weer dichter bij de but ligt. Dit gaat zolang door tot alle boules verspeeld zijn. Werp je per ongeluk tegen een boule van de tegenstander waardoor deze dichter bij het butje komt dan geldt dit als hadden zij deze boule zelf geworpen.
Je mag ook een boule van de tegenstander expres wegketsen waardoor jezelf het dichtst bij de but komt te liggen, je tegenstander is dan weer aan de beurt. Heeft je tegenstander geen boules meer dan mag de groep die nog wel boules heeft werpen totdat ze allemaal verspeeld zijn. Het wegketsen van de tegenstander zijn boules is altijd toegestaan, ook wegketsen van het butje is toegestaan. Gebeurt dit per ongeluk tijdens het spel en het butje komt dan ook nog eens bij je tegenstander terecht dan heb jij pech en je tegenstander heeft geluk gehad.
Komt de but tijdens het spel door wat voor reden dan ook buiten het speelveld terecht dan wordt de ronde overgespeeld.
Nadat alle boules geworpen zijn moet er natuurlijk worden geteld zodat er achteraf ook een winnende groep is. Het butje is het uitgangspunt, de boule die het dichtst bij het butje ligt telt voor 1 punt, als iedereen het hiermee eens is pak je deze boule weg. Kijk welke boule er nu het dichtst bij het butje ligt, is deze van de tegenstander dan stopt de telling en heb je 1 punt. Is deze boule van dezelfde groep dan telt ook deze weer voor 1 punt en heb je er dus 2. Ga net zolang door totdat er een boule van de tegenstander het dichtst bij het butje ligt, de telling stopt dan. Liggen er twee boules (van elke groep 1) exact gelijk, dan tellen deze niet mee in de punten telling, hierdoor stopt ook de telling, het kan dus dat er niemand punten heeft. Er is dus iedere keer ook maar een groep die punten verzameld. De groep die de punten verzameld heeft mag de volgende ronde beginnen, het butje uitwerpen en tevens de eerste boule plaatsen. Had er geen van beiden een punt dan werpt de groep die voorheen de uitworp had opnieuw.
Het voorgaande herhaalt zich net zolang totdat er een groep 13 punten heeft verzameld en is daarmee de winnaar van de gespeelde partij. Op het moment dat er 13 punten zijn behaald mogen de boules die je over hebt niet meer worden gespeeld, de partij is afgelopen.
Als je een revanche speelt met dezelfde tegenstander dan mag de verliezer als eerste het butje en de eerste boule uitwerpen in de nieuwe partij.
Ik wens jullie veel plezier en vooral sportiviteit toe tijdens het spel.
Wat voor materiaal heb ik nodig?
In het begin erg weinig. De vereniging beschikt namelijk over een groot aantal “oefenboules”, waarmee je in het begin prima uit de weg kunt.
Maar als je besluit om deze sport te blijven spelen, wil je ongetwijfeld met je eigen boules spelen. De grootte van de boules moet namelijk op je hand zijn afgestemd en ook het gewicht is van belang. Verder is er nog een verschil tussen boules om te plaatsen of om te tireren (al zijn er veel recreatieve spelers die zich daar weinig van aantrekken). Hiervoor zijn praktijkregels maar naast technische overwegingen is dit ook een zaak van persoonlijke voorkeur.
Behalve drie boules heb je nog eventueel nodig:
- een butt ( zie foto hiernaast)
- een meetlatje (rolmaat) van 1-2 meter wordt ook door de vereniging ter beschikking gesteld
- een doekje om de handen af te vegen
- eventueel een magneetje om de boules van de grond op te tillen, maar je kunt ook bukken natuurlijk …
- een kistje of tasje om alles op te bergen
- en dan tenslotte nog:
- concentratie
- een goed humeur
- dat valt allemaal dus wel mee…
Wij verwelkomen u graag op één van de aangegeven dagen.